In wetenschappelijke kringen is steeds meer aandacht voor narrativiteit.

Wetenschap is meestal een kwestie van (om het op z’n Zwols te zeggen) met een boekie in een hoekie. Of met een beeldscherm. Dat verhalen ook te maken hebben ademhalen, oogcontact, onherhaalbare momenten, de aanwezigen en hoe je op je eigen benen staat leer je vaak niet op de universiteit.

Maar er zijn steeds meer vakgebieden die het unieke gesproken woord herkennen.

Psychotherapeuten bijvoorbeeld gebruiken steeds meer narratieve interventies.(Zie bijvoorbeeld het  Handboek Narratieve Psychotherapie, Jan Oltholf. Uitgave De Tijdstroom Utrecht2012. ISBN 978 90 5898 216 2).

Binnen de antropologen is de jacht op gesproken verhalen vaak een gewild item. Hoe daarop te jagen is de wetenschappelijke discussie binnen ORAL HISTORY. Het Huizinga Instituut van de Universiteit van Amsterdam houdt zich daar specifiek mee bezig en heeft regelmatig interessante bijeenkomsten voor geïnteresseerden zoals ik.

De St. Thomas University, Fredericton, New Brunswick, Canada. Kent een afdeling  Centre for Interdisciplinary Research on Narrative en geeft het tijdschrift Narrative Works uit. (narrative@stu.ca)

Er bestaat overigens een  Europees netwerk van wetenschappers die zich met narratolgie bezig houden. Op hun website  introduceren ze zich alsvolgt: (www.narratology.net)

The European Narratology Network (ENN) is an association of individual narratologists and narratological institutions. Our focus is predominantly, but not exclusively, ‘European’ in the sense of

  • our object domain: narrative representation in literature, film, digital media, etc. across all European languages and cultures;
  • our institutional affiliation: universities, research institutions and interest groups based in one of the European countries.
  • www.narratology.net
  • (ik ben overigens aangesloten bij dit netwerk)